Een upgrade voor een oude versie van het programma installeren

Wanneer u een oude versie van het programma wilt upgraden naar een nieuwe versie, moet u rekening houden met het volgende:

De lokalisering van de nieuwe versie van Kaspersky Endpoint Security moet overeenkomen met de lokalisering van de geïnstalleerde versie van het programma. Als lokaliseringen van de programma's niet overeenkomen, zal de programma-update voltooien met een fout.
We raden aan dat u alle actieve programma's afsluit voordat u met de installatie van de update begint.
Als de computer harde schijven heeft die zijn geëncrypt met Full Disk Encryption (FDE), dan moet u alle geëncrypte harde schijven decrypten om Kaspersky Endpoint Security te upgraden van versie 10 naar versie 11.0.0 of hoger.
Kaspersky Endpoint Security blokkeert de Full Disk Encryption-functionaliteit voordat de update wordt gestart. Als Full Disk Encryption niet kan worden vergrendeld, zal de installatie van de upgrade niet starten. Na het updaten van het programma wordt de Full Disk Encryption-functionaliteit hersteld.

Kaspersky Endpoint Security ondersteunt updates voor de volgende versies van het programma:

Kaspersky Endpoint Security 10 Service Pack 2 Maintenance Release 4 voor Windows (build 10.3.3.304).
Kaspersky Endpoint Security 11.2.0 voor Windows (build 11.2.0.2254).
Kaspersky Endpoint Security 11.2.0 voor Windows CF1 (build 11.2.0.2254).
Kaspersky Endpoint Security 11.3.0 voor Windows (build 11.3.0.773).
Kaspersky Endpoint Security 11.4.0 voor Windows (build 11.4.0.233).
Kaspersky Endpoint Security 11.5.0 voor Windows (build 11.5.0.590).
Kaspersky Endpoint Security 11.6.0 voor Windows (build 11.6.0.394).
Kaspersky Endpoint Security 11.7.0 voor Windows (build 11.7.0.669).
Kaspersky Endpoint Security 11.8.0 voor Windows (build 11.8.0.384).
Kaspersky Endpoint Security 11.9.0 voor Windows (build 11.9.0.351).
Kaspersky Endpoint Security 11.10.0 voor Windows (build 11.10.0.399).

Upgrademethodes programma

Kaspersky Endpoint Security kan op de volgende manieren worden geüpdatet op de computer:

lokaal, met behulp van de Installatiewizard.
lokaal, via de opdrachtregel.
op afstand via Kaspersky Security Center.
op afstand via de Editor voor groepsbeleidsbeheer van Microsoft Windows (ga voor meer informatie naar de website van de Technische ondersteuning van Microsoft).
op afstand, met behulp van de System Center Configuration Manager.

Als het programma die in het bedrijfsnetwerk wordt ingezet een andere set componenten bevat dan de standaardset, is het updaten van het programma via de Administration Console (MMC) anders dan het updaten van het programma via de Web Console en Cloud Console. Houd rekening met het volgende wanneer u Kaspersky Endpoint Security bijwerkt:

Webconsole van Kaspersky Security Center of Cloudconsole van Kaspersky Security Center.
Als u een installatiepakket hebt gemaakt voor de nieuwe versie van het programma met de standaardset componenten, dan wordt de set componenten op de computer van een gebruiker niet gewijzigd. Om Kaspersky Endpoint Security te gebruiken met de standaardset componenten, moet u de eigenschappen van het installatiepakket openen, de set componenten wijzigen en vervolgens terugkeren naar de oorspronkelijke set componenten en de wijzigingen opslaan.
Open de beheerconsole van Kaspersky Security Center.
De set applicatiecomponenten na de update komt overeen met de set componenten in het installatiepakket. Dat wil zeggen dat als de nieuwe versie van het programma de standaardset componenten heeft, dan wordt bijvoorbeeld BadUSB Attack Prevention van de computer verwijderd, aangezien deze component uitgesloten is van de standaardset. Om het programma te blijven gebruiken met dezelfde set componenten als vóór de update, selecteert u de vereiste componenten in de installatiepakketinstellingen.

Het programma upgraden zonder een herstart

Het upgraden van de applicatie zonder herstarten zorgt voor een ononderbroken werking van de server tijdens het bijwerken van de programmaversie.

Het upgraden van het programma zonder een herstart heeft de volgende beperkingen:

U kunt het programma upgraden zonder opnieuw te starten vanaf versie 11.10.0. Als u een eerdere versie van het programma wilt upgraden, moet u de computer opnieuw opstarten.
U kunt patches installeren zonder herstarten vanaf versie 11.10.0. Om patches voor eerdere versies van het programma te installeren, kan het nodig zijn de computer opnieuw op te starten.
Het programma upgraden zonder opnieuw te starten is niet beschikbaar op computers met ingeschakelde gegevensencryptie (Kaspersky-encryptie (FDE), BitLocker, File Level Encryption (FLE)). Om het programma te upgraden op computers met ingeschakelde gegevenscodering, moet de computer opnieuw worden opgestart.
Na het wijzigen van de programmaonderdelen of het repareren van het programma moet u de computer opnieuw opstarten.

De upgrademodus van de programma-interface configureren in de beheerconsole (MMC)

De upgrademodus van het programma selecteren in de webconsole.

De upgrademodus van het programma selecteren in de programma-interface.

Als gevolg hiervan worden na het upgraden van het programma zonder opnieuw opstarten twee versies van het programma op de computer geïnstalleerd. Het installatieprogramma installeert de nieuwe versie van het programma om submappen te scheiden in de mappen Program Files en Program Data. Het installatieprogramma maakt ook een aparte registersleutel voor de nieuwe versie van het programma. U hoeft de vorige versie van het programma niet handmatig te verwijderen. De vorige versie wordt automatisch verwijderd wanneer de computer opnieuw wordt opgestart.

U kunt de Kaspersky Endpoint Security-upgrade controleren met behulp van het Kaspersky-programmaversierapport in de Kaspersky Security Center-console.

Naar boven